Algemeen
Onder risico wordt verstaan het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne of externe omstandigheden. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen, zijn de financiële risico’s die niet op andere wijze zijn afgedekt. Reguliere risico’s (die zich regelmatig voor kunnen doen en veelal kwantificeerbaar zijn) maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Voor deze risico’s kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen op de balans worden getroffen.
In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is voor het risico van tegenvallers ten aanzien van het feitelijk gebruik van open einde regelingen en voor volumerisico’s opgenomen dat wordt uitgegaan van een risicobedrag van 10% van de geraamde jaarlast. Risico’s < € 20.000,-- worden in deze paragraaf niet meer genoemd. In het kader van de solide begroting heeft een uitgebreide, meerjarige risico-inventarisatie plaatsgevonden, waarvan de risico’s vanaf het jaar 2016 in deze paragraaf zijn verwerkt. Deze geven inzicht in het feitelijk weerstandsvermogen per balansdatum.
Samenvatting risico’s
In dit overzicht wordt een samenvatting van de gekwantificeerde risico’s voor 2017, na aftrek van een mogelijk getroffen voorziening, weergegeven. Per risico wordt de inschatting gedaan van de kans dat het risico zich voordoet door het onderscheid hoog (H), middel (M) of laag (L). Tevens wordt aangegeven of sprake is van een incidenteel (I) dan wel structureel (S) risico.
Open einderegelingen | | | | |
Participatiewet inkomens- en werkdeel | 0 | L | 0 | S |
WMO | € 498.200 | L | € 124.550 | S |
Jeugdzorg | € 339.000 | M | € 169.500 | S |
Leges omgevingsvergunning | € 50.000 | Nihil | 0 | S |
Overige inhoudelijke risico’s | | | | |
Participatiewet SW-deel | 0 | H | 0 | S |
Belastingopbrengsten | € 100.000 | L | € 25.000 | S |
Grondexploitaties | | | | |
Risico’s grondexploitatieprojecten | € 4.000.000 | M | € 2.000.000 | I |
Bedrijfsvoering | | | | |
Niet realiseren taakstelling huisvesting | € 28.060 | absoluut | € 28.060 | I |
Datalekken | PM | M/L | PM | |
Frictiekosten samenwerking | PM | L | PM | S |
Werkkostenregeling | PM | M | PM | S |
Totaal | 5.015.260 | | 2.347.110 | |
Totaal excl. Grondexploitatie (=bufferbedrag) | 1.015.260 | | 347.110 | |
Totaal Incidenteel ongewogen: € 4.028.060
Rekening houdend met de wegingsfactoren volgens de nota Risico’s de baas voor hoog (75%), middel (50%) en laag (25%) wordt de schatting van het totaalbedrag voor incidentele risico’s ten behoeve van het weerstandsvermogen: € 2.028.060
Totaal Structureel ongewogen: € 987.200
Volgens de nota Risico’s de baas moet voor structurele risico’s in het statische weerstandsvermogen worden uitgegaan van 1,75 maal het berekende jaarbedrag (alleen van toepassing voor het statisch weerstandsvermogen, dus optellen bij de incidentele bedragen). Naar aanleiding van het project Solide Begroting houdt de Gemeente Geldermalsen echter jaarlijks in het begrotingssaldo rekening met een bufferbedrag voor het opvangen van de (structurele) risico’s. Het is daardoor niet nood-zakelijk om ook de structurele risico’s onderdeel te laten zijn van het statische weerstandsvermogen.
Voor de berekening van het dynamische weerstandsvermogen wordt uitgegaan van de ‘kale’ structurele risicobedragen inclusief weging. De berekening komt hierbij uit op € 319.050.
Navolgend worden de risico’s, die op het moment van opstellen van de begroting 2016 worden onderkend, toegelicht. Hierbij wordt, waar mogelijk, de omvang van het risico (na afdekking) ingeschat zodat een uitspraak kan worden gedaan over het weerstandsvermogen van de gemeente Geldermalsen.
Open einderegelingen
Participatiewet (werk- en inkomensdeel)
Nu er meer duidelijkheid is over de nieuwe Vangnetregeling, waarbij de uitgaven boven 107,5% van het budget door het rijk worden vergoed, is dit risico komen te vervallen.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Voor de open einde regeling WMO, inclusief de nieuwe taken als gevolg van de decentralisatie van de Awbz, bedraagt het risicobedrag volgens het eerder genoemde uitgangspunt € 498.200. Het risico wordt als laag aangemerkt omdat de nieuwe taken door de bestaande ervaring met WMO-taken en – uitgangspunten tot op heden geen grote bijzonderheden met zich meebrengen. In de bestemmingsreserve Sociaal domein is een bedrag van € 250.000 beschikbaar voor het onderdeel WMO. Dit bedrag wordt, voor de berekening van het weerstandsvermogen, opgeteld bij de weerstandscapaciteit.
Jeugdzorg
Voor de, voor de gemeente nieuwe, open einde regeling Jeugdzorg bedraagt het risicobedrag volgens het eerder genoemde uitgangspunt € 339.000,--. Het risico wordt als gemiddeld aangemerkt omdat de ervaringen van 2015 leren dat het moeilijk is om zicht te krijgen op de doelgroep en op de besteding van de budgetten. In de bestemmingsreserve Sociaal domein is een bedrag van € 1.000.000 beschikbaar voor het onderdeel Jeugdzorg. Dit bedrag wordt, voor de berekening van het weerstandsvermogen, opgeteld bij de weerstandscapaciteit.
Leges omgevingsvergunningen
Voor de open einde regeling leges omgevingsvergunningen bedraagt het risicobedrag volgens het uitgangspunt in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 10% van het geraamde bedrag, te weten € 50.000,--. Het risico wordt vanwege de aantrekkende economie en de afspraken met de ontwikkelaars voor de Plantage vooralsnog op nihil gewaardeerd.
Overige inhoudelijke risico’s
Participatiewet SW deel, bijdrage Werkzaak (voorheen Lander)
Dit risico is vervallen door de verwerking van de begroting van Werkzaak, inclusief korting SW-deel, in de gemeentelijke begroting.
Belastingen en heffingen
In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is als specifiek uitgangspunt voor volume-risico’s met betrekking tot geraamde opbrengsten opgenomen dat uitgegaan wordt van een risico-bedrag van 10% van de geraamde opbrengst. Voor de opbrengstcomponent belastingen en heffingen bedraagt het risicobedrag volgens dit uitgangspunt € 930.000,-. Ervaringscijfers uit de afgelopen jaren leren echter dat het risicobedrag lager kan worden ingeschat namelijk op € 100.000,-. Gelet op de aantrekkende economie en het ervaringsgetal 2015 wordt het risico als laag gewaardeerd.
Grondexploitaties
De risico’s en het beleid ten aanzien van de grondexploitatie staan nader omschreven in de paragraaf Grondbeleid. De risico’s betreffen vertraging van het project De Plantage met 2 jaar, hetgeen leidt tot een extra verlies van € 1 miljoen. Voorts het risico van rentestijging met 1% van € 3 miljoen.
De kans dat het risico van vertraging zich voordoet, wordt als gemiddeld ingeschat. De kans op rentestijging wordt, gelet op de huidige financiële markt waarin ook langlopende leningen nog tegen een zeer laag rentepercentage kunnen worden afgesloten, klein geacht. Daarom wordt voor de bepaling van het weerstandsvermogen uitgegaan van het risico van een rentestijging met 1% tegen een gemiddelde kans dat dit risico zich daadwerkelijk voordoet.
Bedrijfsvoering
Taakstelling huisvesting
Aan de ambtelijke organisatie is sinds 2011 een taakstelling op het pand Kuipershof 4 belegd om zodoende de lasten van dat gebouw vrij te spelen. Tot op heden is de taakstelling op een bedrag van € 28.060 na gerealiseerd. De kans dat dit bedrag in 2017 niet wordt gerealiseerd, schatten wij op absoluut omdat het gebouw naar verwachting niet volledig verhuurd wordt en op dit moment nog niet duidelijk is wat de uitkomst van de definitieve besluitvorming over de mogelijke herindeling met Neerijnen en Lingewaal wordt.
Werkkostenregeling
De fiscale maatregel Werkkostenregeling is vanaf 2015 van kracht. Voor 2015 waren de financiële gevolgen, in de zin van 80% eindheffing voor de werkgever, gering. Aangezien de uitgaven jaarlijks kunnen fluctueren, wordt het risico vooralsnog gewaardeerd op PM met een gemiddelde kans dat het risico zich voordoet.
Frictiekosten samenwerking
Bij intergemeentelijke samenwerking gaan de kosten doorgaans voor de baat uit. Op dit moment wordt onderzocht of de samenwerking BWB kan worden uitgebreid met andere bedrijfsvoeringstaken en worden de arbeidsvoorwaarden van Culemborg, Geldermalsen en Tiel geharmoniseerd. Afhankelijk van de uitkomsten van de businesscases is extra geld nodig voor implementatie. Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden kan kostenverhogend werken, hetgeen op termijn door de samenwerking wordt terugverdiend. Het risico geldt voor 2016 en 2017 en wordt vooralsnog op PM gewaardeerd.